Sluipend ongemerkt raakte jij uit de tijd.
Je ging in je eigen tijd leven.
Je trok je niet zoveel meer aan van onze gewoontes
Je ging je eigen gang.
Jij doorbrak steeds meer onze gang van zaken.
Je ging weer op zoek naar waar je vandaan kwam
Je vergat gewoon even dat je gehuwd was en kinderen had.
Je zocht je eigen tijd weer op.
Je begreep niet als wij dat niet begrepen.
Je liet ons leven in twee tijden tegelijk:
die van jou en die van ons.
Zo waren wij soms meer verward dan jij.
We keken elkaar aan en vroegen ons af:
hoe kan dit toch?
In ons hart voelden we ons in de steek gelaten.
Jij liet ons zomaar zitten in onze tijd
met de handen in het haar.
Soms als er niets werd gezegd, jij even rust vond
op je eindeloze dwaalwegen,
dan even ontmoeten ontmoeten onze handen
en onze ogen elkaar, alles leek vergeten,
de pijn en de onrust, onze ontmoeting was vrede.
De tijd stond even stil.
Kees®