Al die tijd zo veel onduidelijkheid.
Ik snap er niks van.
Waarom denk je dat ik expres was uit de droger haal als die nog niet droog is? Waarom word je dan woest? Zo woest dat ik bang ben voor de gevolgen. Bang voor wat je zal doen.
Waarom word je woest als ik vraag of de muziek zachter mag? Zo woest dat ik zo snel mogelijk de deur uit ga, bang voor wat je me aan doet.
Waarom altijd die strijdt? Waarom was t altijd moeilijk en gingen dingen niet zo als ik zo hoopte dat ze zouden gaan.
Ik dacht altijd dat het aan ons lag. Wij konden niet ‘normaal’ met elkaar omgaan.
Nu na zo veel jaren blijkt dat je inderdaad echt ziek bent.
Opeens snap ik het. Jij kon er ook niks aan doen.
Voor het eerst sinds tijden kan ik iets anders voelen de boosheid, angst en onbegrip naar jou toe.
Voor het eerst sinds tijden wil ik je een knuffel geven.
Eindelijk, eindelijk blijkt na onderzoek dat er echt iets met je aan de hand is. Zo blij ben ik de je de kracht hebt kunnen vinden om dit te doen.
Mijn gedachtes over dat je gek was zijn zo gek nog niet. Maar wat is gek?
Wij staan te ver van elkaar om elkaar een knuffel te kunnen geven.
Met de kennis die we nu hebben moeten we verder. Maar hoe?
Ik voel zo een gaat tussen ons, maar ik wil dat het goed met je gaat. Wat kan ik doen?